Evert-Jan de Kort: ‘Vergroenen zorgt voor economische én maatschappelijke waardevermeerdering’

Werklandschappen van de Toekomst 4 oktober 2024

Veel bedrijventerreinen willen graag toekomstbestendig worden, maar mooie initiatieven blijven regelmatig op de tekentafel liggen. Wat zijn de knelpunten precies, wat is er nodig om die op te lossen en welke financiële instrumenten zijn daarvoor in te zetten? Dat zijn thema’s waar Evert-Jan de Kort (senior partner bij Stec) zich op richt binnen Werklandschappen van de Toekomst. Evert-Jan: ‘Vergroenen is een win-win situatie voor ondernemers; het leidt tot economische én maatschappelijke waardevermeerdering.’

Binnen het programma hou jij je onder andere bezig met een project over financiële instrumenten, kun je toelichten wat dat inhoudt?

‘Vanuit ons ruimtelijk advies- en onderzoeksbureau Stec zijn wij al langer bezig met het thema toekomstbestendige bedrijventerreinen. Dus toen we in 2020 benaderd werden om samen het programma Werklandschappen van de Toekomst vorm te geven, waren we direct enthousiast. We zijn vooral actief in het domein ‘Samenwerking overheden’. Binnen een van de projecten kijken we naar het financieel instrumentarium voor bedrijventerreinen: welke fondsen, subsidies en regelingen zijn er allemaal beschikbaar voor bedrijventerreinen en hoe kunnen die bijdragen aan de doelen van ons programma? De eerste stap is kijken wat er allemaal al is, wat de knelpunten zijn en wat er nodig is.’

Wat zijn de belangrijkste knelpunten?

‘Ten eerste is er, zeker vanuit perspectief van de ondernemer, een wirwar aan regelingen en fondsen. Bijvoorbeeld vanuit gemeenten, provincies en ontwikkelingsmaatschappijen: op allerlei schaalniveaus bestaan regelingen. Afzonderlijk zijn die vaak beperkt in omvang als je kijkt naar de grootte van de investeringsopgaven op bedrijventerreinen. Of ze zijn heel gefocust op een thema. Bijvoorbeeld alleen waterberging of (zonne-)energie en niet op alles wat nodig is om een toekomstbestendig werklandschap te realiseren. Subsidies stapelen is vaak ook niet mogelijk. Een ander knelpunt is dat de samenwerking op bedrijventerreinen vaak niet goed georganiseerd is. Ondernemers zijn druk met hun eigen onderneming en hebben weinig tijd voor overkoepelende thema’s, zoals vergroening. Door die knelpunten blijven initiatieven regelmatig op de tekentafel liggen. Een steeds grotere groep bedrijventerreinen vindt vergroenen belangrijk en wil dat graag, maar zij hebben wat hulp nodig om die stap echt te kunnen zetten.’

Wat is de volgende stap?

‘Een goed uitgedacht Werklandschappen-fonds kan wellicht een antwoord bieden op de knelpunten. Maar daar moeten we goed over nadenken, dat is niet het ei van Columbus. We onderzoeken dat nu binnen het programma. Daarnaast zijn binnen verschillende domeinen van Werklandschappen van de Toekomst specialisten aan de slag. Ze kijken bijvoorbeeld naar de kosten en baten van vergroening en naar de bewijslast: wat levert investeren in groen op bedrijventerreinen precies op en voor wie en hoe maak je die opbrengsten financieel hard? Tegelijkertijd gaan binnenkort de Living Labs van start, bedrijventerreinen die leeromgeving zijn. Daaruit komen inzichten over waar de behoeften liggen, wat bepaalde investeringen kosten en opleveren. Al die resultaten komen uiteindelijk bij elkaar.’

Waarom zou je als bedrijventerrein willen vergroenen? Wat levert het je economisch op?

‘Bedrijventerreinen hebben een belangrijke economische en maatschappelijke waarde. Om deze waarde te borgen is het toekomstbestendig maken van bedrijventerreinen essentieel, vergroening is daar onderdeel van. Het vermindert de kans op (economische) schade door wateroverlast of hitte. Het kan zorgen voor productievere en gezondere medewerkers en het maakt je als bedrijven aantrekkelijker voor nieuwe werknemers. Vergroening kan bovendien bijdragen aan een hogere waarde van je bedrijfspand. Het is kortom een win-win situatie voor ondernemers, vastgoedeigenaren, werknemers en andere belanghebbenden zoals waterschappen, financiers en verzekeraars. Je zorgt zo voor economische en maatschappelijke waardevermeerdering.’

Stec houdt zich onder andere bezig met prognoses, kun je ons een kijkje in de toekomst geven?

‘We zien nu al dat bedrijven steeds meer het belang van groen en water zien. Vooral de afgelopen 4 tot 5 jaar is die ontwikkeling heel hard gegaan. Dat gaat substantieel toenemen, verwacht ik. Verder verwacht ik dat er over 10 tot 15 jaar een sterkere tweedeling tussen soorten bedrijventerreinen zal zijn: aan de ene kant terreinen met gemengde functies, waar ook mensen wonen en recreëren. Hoogwaardige, kleinschalige en aantrekkelijke werklandschappen met intensievere bebouwing. Aan de andere kant heb je terreinen waar grote, extensievere bedrijven zitten die wat hinder opleveren en die erbij gebaat zijn om niet te veel te mengen. Denk aan circulaire bedrijven die zich bezighouden met reststromen verwerken en alle logistiek die daarbij hoort. Maar op beide soorten terreinen verwacht ik veel meer ruimte voor groen, water en duurzame energievoorziening. Zowel op de bedrijfskavels en -panden als in de openbare ruimte van het terrein.’

Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws van Werklandschappen van de Toekomst? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief

Aanmelden voor de nieuwsbrief

 

Foto header: Thomas Klomp

Deel deze pagina